19032015 | brieven


Gisteren kon je stemmen. Nu moet je mij niet vragen hoe en wat precies. Ik verdiep me in de partij waar ik altijd op stem en dan weet ik waar ik op stem. Maar hoe de politiek precies in elkaar zit weet ik niet. Soms krijg ik het idee dat ik dat ook helemaal niet wil weten, gezien de enorme woordenschat van bepaalde politici. Je weet wel; 'doe normaal man' of 'knettergek' en 'flapdrol'. Klik hier voor een artikel uit Onze Taal over dit onderwerp.

Dat geheel terzijde. Onze oudste wijsneus vroeg wat mama had gehaald. Ik liet het zien. 'Posters en folders. Want mama wil een poster ophangen.' Dat was natuurlijk niet afdoende. 
'Wat is dat voor?'
'Voor het stemmen.' 
'Voor de stem?'
Ik pijnigde mijn hersenen. 
'Wij wonen in een land. Nederland. In Nederland zijn regels. Je mag niet door rood rijden. En geen papiertjes op de grond gooien en niet stelen. Die regels bedenken meneren (ja, sorry voor de emancipatie, maar ik probeer het eenvoudig te houden). Die meneren zitten in de regering. Zo noem je dat. De regering gaat vergaderen over de regels. Over het milieu (ja, hij weet wat dat is, maar dat is een ander verhaal) en over het geld. 
Nu mogen alle grote  mensen in Nederland kiezen welke meneer de baas mag zijn (het ligt wat genuanceerder, ik weet het). Papa en mama kiezen dan voor een meneer die ook in de Bijbel leest. Een meneer die belangrijk vindt wat de Heere wil.'
Het is stil op de achterbank. Hmmm. Ik zoek naar een voorbeeld dat hem aan zal spreken.
'Weet je Lev,' zeg ik dan. 'Er zijn meneren die zeggen; "Als er een kindje in je buik groeit en je wilt het niet, dan mag je het wel weghalen." 
Ik ben nog nauwelijks uitgesproken of hij reageert al; 'Dat mag niet!' 
'Nee,' beaam ik. 'Stel je voor dat mama het kindje in de buik weghaalt. Dan is het dood. We moeten juist voor het kindje zorgen. Gelukkig zijn er meneren die dat ook niet goed vinden. Op die meneren gaan wij stemmen. Die kiezen wij.'
Er volgt een heel gesprek. De folder komt goed van pas. Rentmeesterschap. Ai, hoe leg je dat uit? En de economie, wat is dat? 
Eenmaal thuis mag hij met de folders spelen. Hij is postbode. Leuk hoor. Alle folders door de gleuf van het IKEA-trapje.

'Mam?'
'Ja Lev...'
'Wat is dit?' Hij houdt een folder omhoog.
Ik ga mee in het spel. 'Dat zijn brieven, toch?'
'Ja,' zegt Lev. 'Brieven van de Heere Jezus.'
En dat was eigenlijk een heel goede omschrijving.
"Gijlieden zijt onze brief, geschreven in onze harten, bekend en gelezen van alle mensen; Als die openbaar zijt geworden, dat gij een brief van Christus zijt, en door onzen dienst bereid, die geschreven is niet met inkt, maar door den Geest des levenden Gods, niet in stenen tafelen, maar in vlezen tafelen des harten." 2 Korinthe 3:2 en 3

1 opmerking: